WOODAN nummer 31719000
Oostende , België
Findings
Houtsoort | Quercus sp. |
Object | Vat/ton |
Samengesteld | Single |
Primaire functie | Opslag |
Beschrijving | Ton in eik (Quercus sp.) opgebouwd uit 14 duigen van 73-74 cm lengte die worden samengehouden door 4 hoepels. De kroosgroeven bevinden zich op 5 cm van de duiguiteinden. Op drie duigen zijn merken aangebracht: een ingekerfde pijl met dwarsstreep, een ingebrand schild en een V-vormig teken ingekerfd aan de binnenzijde van de duig weliswaar buiten het door de kroosgroeven bepaalde tonvolume. Grootste en kleinste diameter van de ton: 54 en 44 cm. Inhoud bij benadering: 121 liter. Kapdatum van de boom: 1449-1459. |
Location
Land | België |
Gewest | Vlaams Gewest |
Provincie | West-Vlaanderen |
Gemeente | Raversijde |
Plaats | Oostende |
Vindplaats | Walraversijde |
Latitude | 51.20560060 |
Longitude | 2.86235480 |
Details
Aantal fragmenten | 1 |
Bewerkt | Ja |
Context
Beginperiode | Late Middeleeuwen |
Eindperiode | Nieuwe Tijd |
Startdatum | 1400 |
Einddatum | 1550 |
Spoor | 1586 |
Documentation
Conservatie | EMPTY |
Huidige locatie | Provinciedomein Atlantikwall Raversyde, Raversijde |
Publicatie 1 | Pieters, M. et al. 2013. Het archeologisch onderzoek in Raversijde (Oostende) in de periode 1992-2005. Vuurstenen artefacten, een Romeinse dijk, een 14de-eeuws muntdepot, een 15de-eeuwse sector van een vissersnederzetting en sporen van een vroeg-17de-eeuwse en een vroeg-18de-eeuwse belegering van Oostende (Relicta Monografieën 8). Onroerend Erfgoed, Brussel. |
Publicatie 2 | Pieters Marnix, 2002, Aspecten van de materiële leefwereld in een laatmiddeleeuws vissersmilieu in het zuidelijk Noordzeegebied. Een bijdrage tot de middeleeuwse rurale archeologie, in zonderheid naar aanleiding van de opgravingen te Raversijde (stad Oostende, provincie West-Vlaanderen, België), doctorale dissertatie Vrije Universiteit Brussel (VUB), ms., 10 vols. |
Gebruiker | Kristof Haneca |
Gebruiksrecht | 1-1-2023 |
Houtonderzoeker | M. (Marnix) Pieters, agentschap Onroerend Erfgoed: A. De Groote, Universiteit Gent |